Ik wil janken, schreeuwen, gillen, slaan, schoppen.

Ik heb zoveel opgekropte woede op het moment. Ik ben zo enorm boos. Op mijn lichaam die niet meer toe laat dan me maanden op bed te laten liggen. Niet meer aankan dan douchen op een dag. Ik ben boos op mezelf dat ik niet voor mijn kind kan zorgen. Ik ben boos omdat ik niet eens met mijn kind naar de ballenbak of naar de kinderboederij kan..  Ik ben boos op anderen omdat ze denken te begrijpen hoe dit is terwijl ze zelf werken en volop leuke dingen doen en het vergelijken met een avondje thuis zitten. Ik ben boos op de hele wereld, terwijl ik eigenlijk alleen maar boos ben op mezelf.

Ik haat het om toe te moeten kijken, te zien hoe de hele wereld leuke banen heeft,  leuke dingen doen, als gezinnen leuke dingen kunnen ondernemen, terwijl het enige wat ik kan is op de bank liggen terwijl mijn kind continu met zijn vader of opa’s en oma’s leuke dingen moet doen omdat zijn moeder niet mee kan.

Ik ben op.

Ik wil niet meer.

Ik kan niet meer.

Ik leef niet meer.

Ik mis pluis, die is al weken bij mijn schoonouders omdat ik haar niet kan uitlaten, en ik overdag gewoon alleen ben. Mis het kroelen en het spelen, onze lange wandelingen die we samen graag maken. Pluis is al vanaf het begin dat ze bij ons is komen wonen, net voor mijn 18e verjaardag, mijn maatje. Ze steunt me al die jaren al door bij me te kroelen als ik ziek ben, ze heeft me geholpen met opnieuw leren lopen na mijn posttraumatische Dystrofie en conditie opbouwen, opnieuw en opnieuw, elke keer weer.

Ik mis het om leuke dingen te doen met mijn vriendinnen en vrienden, gewoon gezellig lunchen of uiteten gaan, drankjes doen, uitjes, shoppen, stappen, noem maar op. Inmiddels heb ik bijna 5 jaar van mijn twintige jaren gemist, de jaren die de beste tijd van je leven moeten zijn, zeggen ze wel eens.

 

De aarde draait door maar mijn leven staat stil. De aarde draait door, mijn gezin gaat door, maar ik sta stil. De aarde draait door, mijn vrienden en kennissen gaan door met hun leven maar ik sta stil.

Ik ben op.

Ik wil niet meer.

Ik kan niet meer.

Ik leef niet meer.

Maar ik sta stil.