Ik.moet.er.even.uit.

Vorige week ging ik even op ‘retraite’. Wat gewoon een fancy woord is voor: ik moet er even uit. Gelukkig heb ik een oom en tante in het Oosten van het land, die een boerderij hebben omgetoverd tot groot woonhuis. Wát een paradijs.

De overgang was gigantisch. Van een mini studentenkamertje, in één van de drukste wegen van een van de grootste steden van het land – naar een woonboerderij met in een omtrek van een kilometer alleen maar gras en koeien. Wakker worden van het geluid van scooters, omvergereden worden op de fiets, een kwartier wachten bij de kassa van de supermarkt, de geur van benzine en sigaretten in je neus, het altijd gejaagde gevoel wat je achtervolgt, ik was het even helemaal zat.

In plaats daarvan werd ik wakker van vogelgefluit, gingen we eindeloos wandelen door de bossen zonder iemand tegen te komen, zeggen mensen je overal gedag, boodschappen doe je bij de lokale boerin die je met je voornaam begroet, de geur van gras in je neus, het uitzicht van groen groen groen, ‘s ochtends dauw en oranje luchten, ‘s middags roze luchten, douchen in de buitenlucht want er is toch niemand in de wijde omtrek, het zien van koeien en schapen die de hele dag niks anders doen dan kauwen – ik word er helemaal rustig van. Even niks hoeven, alleen uitgebreid koken, boeken lezen, goede gesprekken houden en wandelingen maken. Af en toe een cadeautje van de natuur als een stel hazen met elkaar gingen kibbelen voor het raam of een vogel stiekem een nootje verstopt in een plant, ervan overtuigd dat niemand hem kon zien.

Verademing

Voor mij was het ook een verademing even niet alleen te zijn. Als chronisch zieke is alleen zijn af en toe fijn (niemand die zeurt over mijn dieet) maar ook moeilijk (wie kookt er voor je als je een slechte dag hebt?) en alleen. Bovenal gaf het me zo’n fijn gevoel om samen te eten, in plaats van snel iets smakeloos weg te werken terwijl ik eigenlijk iets anders aan het doen ben. 

Niet alleen de week zelf niks doen hielp, maar vooral het verschil dat je merkt als je weer thuiskomt. Dat gevoel blijft. Ik merkte hoe snel ik weer gejaagd werd en onrustig. Hoe snel ik weer wou doen en kopen en moeten en snel. In plaats daarvan zei ik: HO, het hoeft helemaal niet. Sindsdien probeer ik meer stil te staan, wandelingetjes te maken, even rustig alleen een boekje te lezen of muziek te luisteren. Ook de natuur in eigen stad op te zoeken. Even uit de sneltrein in de stoptrein te stappen. En vooral ook ervoor zorgen dat de drukte de gemoedstoestand niet beïnvloedt. Dat wat om je heen gebeurt, hoeft niet je innerlijk te verstoren. Laat het gewoon langs je heen gaan. Als een snelle rivier voor je langs raast hoef je er ook niet in te springen.

Ik kan het daarom iedereen aanraden! Je hoeft niet naar de Bahamas om op een retraite te gaan. Je kan ook naar de Veluwe, Texel, of gewoon bij familie langs. Gun het jezelf! Ga er even uit.