Laatst schreef ik een blog over wat je beter niet kunt zeggen tegen iemand die chronisch ziek is. Maar … wat kan je nu eigenlijk wel zeggen?

  1. Ik geloof je.

Ik denk dat dit de meest krachtige woorden zijn die iemand kan zeggen. Mensen die chronisch ziek zijn of chronische pijn hebben, leven vaak in onzekerheid en twijfelen vaak over wat andere mensen nu werkelijk van hen denken. Het nadeel is dat mensen altijd geloven wat ze zien. Als ze niet zien dat je met krukken loopt of in het gips, dan is er vaak niets met je aan de hand. Ze geloven niet dat je zo ziek bent als je zegt dat je bent. Het helpt voor ons erg als iemand zegt dat hij ons gelooft. Dan heb je iemand die je in vertrouwen kunt nemen. Je draagt het probleem niet meer alleen.

  1. Kan ik naar jou toekomen om gezellig te kletsen?

Mensen die chronisch ziek zijn kunnen niet vertrouwen op hun lichaam en kunnen daarom slecht plannen. Maar hoe fijn is het als op een dergelijk moment een vriendin belt en vraagt of ze bij jou langs mag komen? Heerlijk toch?!

  1. Zal ik wat eten brengen of zal ik je even in huis helpen?

Als het echt slecht gaat, kan het best fijn zijn als mijn vriend een keer het koken of het huishouden over zou kunnen nemen. Dit wil echter niet zeggen dat dit voor iedereen zo is. Mijn (schoon)-ouders bijvoorbeeld  zijn beiden ook zo lief dat ze af en toe een bakje eten mee geven. Mijn moeder racet altijd gauw even door het huis als ze er is en haalt ze overal even een doek overheen zodat Esli even kan rusten. Lief toch?!

  1. Ik weet hoe hard je vecht.

Erkenning is fijn. Thuis vecht je het hardst. Vaak ben je dan niet alleen maar samen met partner of gezin. En dat maakt nu weer dat je je vrolijker kunt voelen.

  1. Een Whatsappje, Facebookbericht, of sms-je om te kijken hoe het met je is.

Als je ziek bent zie je vaak heel veel mensen niet meer. Je verliest je sociale contacten. Mijn families wonen verspreid over heel Nederland. De familie van mijn vriend ook nog eens deels in Curaçao. Wij zien elkaar dan ook niet vaak. Toch krijg ik af en toe een lief berichtje om even te kijken hoe het gaat. Dit maakt mij erg gelukkig.

  1. Je bent zo sterk!

Constant in gevecht zijn met je eigen lichaam is een gevecht, lichamelijk en emotioneel. Chronisch zieke mensen voelen zich vaak zwak omdat ze niet zoveel kunnen doen als gezonde mensen. Horen dat iemand ons sterk vindt is een bevestiging dat het niet ongezien voorbij gaat hoe hard wij werken.

  1. Ik weet hoe zwaar het voor je was. Dankjewel dat je toch gekomen bent.

Begrip voor wat je doormaakt, maar dan door mensen die begrijpen dat je toch gekomen bent omdat je zoveel om hun geeft.

  1. Het geeft niet als je op het laatste moment annuleert. Ik snap het.

Zo heb ik laatst een trouwerij moeten missen van een vriendin waar ik al zo’n 10 jaar mee bevriend ben. En een bachelorette van een andere vriendin. Dit zijn voor mij verschrikkelijke momenten omdat ik daar erg naar uit heb gekeken. Gelukkig waren ze allebei vol begrip. Maar toch zijn het van die dingen die je (waarschijnlijk) nooit meer mee zult gaan maken. En dat zijn van die erg nare dingen.

  1. Soms zijn woorden niet genoeg, maar knuffels wel!

Niets zo fijn als een dikke knuffel. Zo’n knuffel zegt meer dan 1000 woorden!

  1. Ik weet dat het niet jouw fout is.

Een groot onderdeel van ziek zijn is zelfbeschuldiging. Dit is niet nodig en niet rechtvaardig. “Als ik mezelf maar harder gepusht had”. “Als ik maar wat gezonder had gegeten”. “Als ik nu maar uitgerust had”, etc. Wij chronisch zieken ervaren heel veel – wat als – momenten.

Je hoeft dit natuurlijk niet standaard te zeggen, maar toch zijn dit gewoon wat dingen die chronisch zieke mensen raken.