Iedereen droomt van een vergeten Picasso of een van Gogh die verscholen ligt op de stoffige zolder van oma of een wijlen oud-oom. Hoe mooi zou ’t zijn om zo een schat op zolder aan te treffen? Iets enorm kostbaars in jouw handen wat iedereen graag wilt kopen en jij uiteindelijk die felbegeerde sauna in de tuin laat bouwen of nog mooier; vervroegd met pensioen en de wereld gaan ontdekken.

Mijn oudtante had zo een verborgen schat, een zwaar vergulde gouden ketting met diamanten. Veilig opgeborgen in de kluis, later bij haar verhuizing naar een kleinere woning werd er speciaal een kluis voor gehuurd bij de plaatselijke bank. Alleen bij hele speciale gelegenheden moest deze ketting worden opgehaald en werd deze met veel trots gedragen. Het was nog een erfstuk van haar moeder. Als kind hing ik aan haar lippen als ze vertelde dat het sieraad wel twee oorlogen had overleefd, in de eerste Wereldoorlog was deze ketting verborgen geweest in Antwerpen waar zij destijds woonde en in de tweede Wereldoorlog was deze begraven geweest onder de derde tegel van de paardenstal. Een geschiedenisstuk, familiegeschiedenis!

Toen mijn kinderloze oudtante overleedt werd de ketting toebedeeld aan mijn moeder.
Mijn moeder was er zeker zo zuinig op en wilde deze kostbare schat niet verkopen en kopieerde het gedrag door ook een kluis te huren bij de bank. Bij een trouwerij of kerst ging zij deze ophalen en droeg hem dan met trots, een uniek familiestuk.

Na het overlijden van mijn moeder zaten mijn zusje en ik tegenover elkaar in de woonkamer met deze ketting in ons midden. “Ik vind hem eigenlijk afschuwelijk,” zei mijn zus. Ik keek haar aan en moest lachen. “Ik vond het verhaal erachter ook altijd mooier dan heel die ketting zelf,” antwoordde ik ook. Omdat de goudprijs toen der tijd ontzettend hoog stond besloten mijn zus en ik de ketting te laten taxeren en met een goede prijs te verkopen. Heiligschennis zul je denken maar echt, in geen duizend jaar dat wij deze gingen dragen en wij vonden deze familiegeschiedenis niet belangrijk genoeg, konden we eindelijk die kluis opzeggen maar eigenlijk gingen we gewoon voor de harde knaken!

Met “eurotekens” in onze ogen reden we vol verwachting naar een vertrouwende juwelier. Mijn zus naast mij, ketting veilig in de bijbehorende kist opgeborgen. Eenmaal op de balie opende wij de kist en door het zonlicht leek de ketting nog meer op te lichten en waardevoller te zijn. “Ooooh,” zei de juwelier, dit ken ik, ik heb dit al eens gezien, al wil ik wel graag het slotje nog eens nakijken. Verbaasd keken mijn zus en ik elkaar aan en ik mompelende nog tegen de man dat het slotje zeker ook van goud was.

“Nou,” zei de man. “Ik denk dat het slotje het enigste is wat van goud is. Puur double is de ketting, alleen het slotje is 14 karaats, de stenen zijn wel van mooi zirkonium dat wel”. Daarmee probeerde hij de boel nog te redden. Ik was verbouwereerd en vroeg wat hij er eventueel voor wilde geven? “Helemaal niets, ik wil en hoef hem niet te hebben hoor!” antwoordde hij.

Op de terugweg waren we stil, beduusd, ik zag mijn sauna in de tuin wegsmelten en mijn zus haar nieuwe AGA fornuis in rook opgaan. De ketting lag verloren op de achterbank zonder kistje want die wilde de juwelier dan wel hebben. Een week later zat ik bij mijn zus op de koffie toen mijn kleine nichtje Rosa bij ons aanschoof aan tafel met de ketting om haar hals. Ik keek verbaas mijn zus aan waarop die breed lachend van haar 9 jarige dochter naar mij keek en zei;

“Tante Ankie, vertel nog eens het mooie verhaal over die ketting die nu bij Rosas verkleedkleding hoort”

Waarop mijn nichtje mij aankeek met dezelfde grote ogen als ik 35 jaar geleden…de familiegeschiedenis zet zich voort…