Vorig jaar had mijn bestie een aaneenschakeling van lichamelijke “gevalletjes” en “gevallen”, waardoor ze plots kinda chronisch ziek was. Niet leuk. Niet leuk om zien, niet leuk om dragen.

Ik heb het niet gedaan!

Maar, het deed iets geks met me. Naast het feit dat een dierbare die afziet je hart doet overlopen dan. Ik zag plots heel helder: HET LIGT NIET AAN MIJ! Dat gevoel bekruipt me namelijk wel vaker als ik weer eens in crisis lig met mijn lijf. Je denkt toch in een hoekje van je brein: had ik het beter kunnen doen, wat deed ik verkeerd en andere heel helpende gedachten.

BFF-crisis

En daar was ze, aan de andere kant van de telefoonlijn. Mijn arme uitgeputte bestie. En plots zag ik dat ook deze oersterke superkrachtige wijze nuchtere superlieve madam kenmerken vertoonde van … Mij, by all means. Van mijn bestaan als overgevoelige kip, supergecompliceerde denker en zwak vogelke bij momenten.

En toen werd het licht!

Bam! Ik zag het licht! Niet ìk ben labiel! Maar langdurig ziek zijn, niet slapen, mottig zijn en gepijnigd worden langs alle kanten doet een mens al eens labiel uit de hoek komen. Het is een symptoom, een gevolg van de omstandigheden van dat moment! (Hallelujah)

Het doet wat met je

Besties altijd krachtige stem werd omgetoverd in een dof zwak geluidje. (Check!) Haar onverdraagzaamheidsgraad/flipmodus stond op maximum volume, moegetergd als ze was. (euh… Check!) Haar levenskracht was een miezerig downerig prutje. (Yep!) De grijze massa daarboven produceerde een kluwen aan warrige niet toffe gedachten die een heldere kijk op de zaak niet bevorderen. (Check) Arme bestie, ik weet het, dat is echt niet tof nee.

Ik = genoeg

Mij helpt dit inzicht dat ze me onbedoeld gaf daarentegen wel enorm. Ik wou dat het niet op deze manier moest, maar hej. Het toont me namelijk heel duidelijk dat nu al ik doe wat kan als mens. Dat al die rare symptomen (die de boel niet echt vooruithelpen) een logisch gevolg zijn van de ziektestormen. Het maakt ze makkelijker om te verdragen, omdat ik niet langer denk ze te moeten doen verdwijnen. Daar ligt mijn verantwoordelijk niet, toonde bestie mij. Het is namelijk heel normaal en niet het gevolg van mijn fout of verkeerde aanpak. Het haalt een stukje frustratie om mijn eigen tekortkomingen van mijn schouders.

Het komt er dus eigenlijk op neer dat als ik op zulke momenten NIET labielerig zou worden, ik geen mens zou zijn. En tot nader order ben ik dat nog wel. Trouwens, goed nieuws: lieve bestie is weer rechtgekrabbeld! Dus mag zij weer op haar beurt aan de telefoonlijn mijn labiele verdrietige zelf liefdevol maar kordaat tot de orde roepen…