Mede dankzij mijn chronische ziekte en alle nare bijwerkingen van medicijnen die daar nog eens bovenop kwamen was regelmatig sporten de afgelopen tien jaar vrijwel onmogelijk voor mij. Toch besloot ik de afgelopen per maanden de gok weer te wagen. En wat blijkt? Het lukte. Inmiddels sport ik vier dagen in de week, zit ik een stuk beter in mijn vel en heb ik eindelijk weer een ’normale’ conditie. Hoe, dat vertel ik je in dit blog. 

Haat-liefdeverhouding

Al vanaf de basisschool heb ik vooral een flinke haat-liefdeverhouding met het sporten. Ik was altijd de sloomste en langste van de klas, en ook mijn coördinatie en omgang met een bal was vrijwel nihil. Op de middelbare school kreeg ik vaker last van migraine aanvallen en werd deze haat-liefdeverhouding alleen maar erger. De wil was er wel, maar sporten en migraine, dat is nogal een dingetje. Zeker wanneer je bijna elke week wel meerdere dagen getroffen word door een aanval, de kans hierop bij sporten alleen maar sterker aanwezig is en daarbij ook nog eens als puber ‘gewoon’ mee wil doen. Ik belandde vanaf mijn 18e in een traject van tientallen verschillende medicijnen die niet of niet optimaal werkten en mijn conditie werd er tijdens mijn twintiger jaren absoluut niet beter op. Sterker nog, ik had last van hartkloppingen, ik durfde amper nog alleen de straat op, kreeg enorme blackouts, had huilbuien en zelfs iets simpels als het huishouden of überhaupt uit bed werd te veel voor mij. Inmiddels ben ik 31, en zit ik sinds kort noodlottig (mede dankzij het niet willen vergoeden van CGRP-remmers door de overheid) even helemaal zonder. Geen medicijnen, dus ook geen bijwerkingen. Ineens voelde ik alles weer. Mijn lijf begint weer ‘normaal’ en als vanouds vertrouwd te voelen. En dat is, ondanks het nog steeds hebben van frequente migraine aanvallen, best raar. Mensen zeggen mij dat ik er goed uit zie en zo voel ik mij ook. En ik kreeg weer zin om aan mijn lichaam te werken. Want, dat constant buiten adem of moe zijn was ik inmiddels wel beu. 

Sporten en chronisch ziek: Klein beginnen

Maar waar begin je, zomaar uit het niets? Een abonnement voor de sportschool is een overduidelijke optie, maar helaas sprak mij dit niet aan en ook de coronamaatrdegelen werkte in het begin niet mee qua het beginnen met sporten buiten de deur. Ook wist ik niet zo goed wat ik überhaupt als sport leuk vond. Zwemmen heb ik een tijdje gedaan, maar ook de zwembaden waren dicht. Ik stuitte tijdens mijn (nogal impulsieve) zoektocht uiteindelijk op de vele gratis workouts van YouTube. En ik keek mijn ogen uit. Want wat zijn er veel! En veel mogelijkheden om allemaal op je dooie gemakje vanuit huis te doen. Precies wat ik fijn vond. Zonder pottenkijkers in mijn eigen woonkamer aan de slag, in mijn eigen tempo. Vooral de zogenaamde ‘walking workouts’ vind ik erg prettig. Hierbij loop je een vast aantal kilometer terwijl je aerobische oefeningen doet. Alles staand en low impact, dus niet moeilijk doen op de grond en beperkte spier- en gewrichtspijn. Ik zette een doel voor mijzelf: minstens vier dagen in de week iets doen. Ook al is het maar een kleine tien minuten. En ik begon klein. Niet gelijk een uurlange workout, maar vooral heel erg naar je lichaam luisteren en stoppen wanneer het zegt dat het rust, adem of water nodig heeft. 

A fitchick was born

Ik investeerde in een goede gymoutfit, want ja, dat hoort er absoluut bij als je een fitchick in de dop bent, en haalde een yogamatje voor een lief prijsje bij de Action om al mijn workouts op uit te voeren. Elke dag rondom dezelfde tijd was het weer zo ver, en inmiddels heb ik mijn vaste routine van omkleden, waterflesje vullen, yogamatje uitrollen, workoutfilmpje uitzoeken en gaan met die banaan. Het is geen moetje meer, want ik vind het oprecht leuk. Vroeger zat ik mij altijd heel erg op te vreten voorafgaande aan het sporten. Het zou sowieso direct een migraineaanval uitlokken, ik schaamde mij voor mijn slechte conditie en sloomheid en kon nooit altijd optimaal mee doen zoals enig ander dit zou doen. Ik was immers beperkt, dankzij dit eeuwige rugzakje op mijn rug. Mijn fear of working out overtrof alles. Ik had al nee gezegd tegen de fysieke uitdaging voordat ik überhaupt gestalte had gemaakt om hier aan te beginnen. En tóch is het mij gelukt. Vier dagen in de week sta ik daar. Ik wandel met gemak meer dan vijf kilometer (inmiddels niet alleen binnen maar ook buiten) en ik ben een stuk minder moe dan dat ik was. Mijn lichaam is steeds meer in shape en ik voel mij meer prettiger door het sporten dan ellendig. Missie geslaagd!