Schoonmoeders. We love (to hate) them. Er worden talloze grappen over schoonmoeders gemaakt. De band met je schoonmoeder kan, zeker na de komst van kinderen, onder druk staan. Gelukkig zijn er genoeg voorbeelden van vrouwen die juist een goede relatie hebben met hun schoonmoeder. Maar als je chronisch ziek bent komt er nog een dimensie bij. Sommige vrouwen worden afhankelijk van de hulp van hun schoonmoeder. Anderen voelen zich niet geloofd of gesteund. En dan zijn er nog de opmerkingen! We hebben eens wat rondgevraagd en er een aantal voor je op een rijtje gezet.

1. Wees maar blij dat je geen kanker hebt

Absoluut waar. Daar zijn we zeker heel blij om. Maar er zijn nog meer vreselijke ziektes of aandoeningen. Of aandoeningen die ons leven volledig op z’n kop gezet hebben. Dus ze dit nou niet, want het doet geen recht aan onze situatie.

2. Wat is het toch erg voor hem dat jij ziek bent. Hij ziet zijn hele toekomst instorten.

Tja, het is inderdaad heel erg voor hem. Maar het is ook heel erg voor mij. Heb je dat door? Maar als je zegt dat hij zijn hele toekomst in zie storten dan kwetst dat. Heb je het hier met hem wel over gehad? Want wij zien het namelijk als onze toekomst.

3. Kan je zo wel seks hebben?

Seks, het favoriete onderwerp om met je schoonmoeder over te praten. Niet dus! En toch werd deze meerdere keren genoemd. Van een schoonmoeder die in het ziekenhuis, waar andere patiënten bij waren zich afvroeg hoe haar zoon nu toch seks moest hebben na de ingreep die haar schoondochter had gehad. Tot een schoonmoeder die zich op de drukke verjaardag hardop afvroeg of al die jonge meiden van tegenwoordig met hun hippe ziektes (lees: burn out) niet te moe waren om seks te hebben. Dus ja, wij hebben seks. Ja, met jouw zoon. Maar nee, daar willen we het met jou niet over hebben. Nooit. Never. Nimmer. En zeker niet als er andere mensen bij zijn.

4. Als je door je ziekte geen kinderen kan krijgen, dan neem je toch gewoon gezellig een hond.

Goed idee! Dat ik daar nou zelf niet opgekomen ben?! Want een hond is echt precies hetzelfde als een kind. Niet dus. Wij willen graag een eigen kindje, een kindje van ons samen. Een hond kan dat niet vervangen. We zijn er heel verdrietig over dat mijn ziekte dit in de weg staat. Dus let alsjeblieft op je woorden, ze doen pijn.

5. Joh, dan voed ik de kinderen toch gewoon op?

We vinden het superlief dat je zoveel wil helpen. En op slechte dagen zijn we je heel erg dankbaar dat je altijd voor ons klaar staat. Maar laat één ding duidelijk zijn; het zijn onze kinderen. Van jouw zoon en van mij, niet van jou. Wij voeden ze op. Help ons waar je kan maar probeer ons niet te vervangen.

6. Dat soort luxe ziektes hadden we vroeger niet hoor.

Ook deze kwam meerdere keren voorbij. Vooral bij vrouwen die chronisch vermoeid zijn, burnout hebben of ziek zijn zonder duidelijke diagnose. Ja, we weten het, vroeger stroopte je gewoon je mouwen op en ging je gewoon door. Nee, vroeger had je geen tijd hiervoor. Dat was dan vast in de tijd dat er nog geen elektriciteit bestond. Onze klachten zijn echt, we verzinnen ze niet en we stellen ons ook niet aan. We zouden niets liever willen dan onze mouwen opstropen en doorgaan. Maar het lukt niet, we zijn te moe, hebben teveel pijn of allebei. Op slechte dagen lukt het gewoonweg niet. Respecteer dat alsjeblieft. Want wij zouden het ook graag anders zien.

7. Jullie kunnen maar beter geen kinderen krijgen, straks heeft de baby wat jij hebt.

We snappen dat je bezorgd bent. Het zou inderdaad kunnen dat onze ziekte/beperking overgedragen wordt. Het zou kunnen dat het te zwaar wordt om de zorg zelfstandig te dragen. Geloof me, daar hebben wij zelf ook over nagedacht. We hebben het er zelfs met de artsen over gehad. Zeg alsjeblieft niet dat je geen ziek kleinkind wil. Als we een kindje krijgen en het blijkt ziek te zijn, zal je er dan niet evenveel van houden als van je andere kleinkinderen? Vertrouw alsjeblieft op ons. Alles waar jij je zorgen over maakt, hebben wij al besproken. Onderling maar ook met de artsen. We willen heel graag een kindje en hopen dat je het ons gunt om vader en moeder te worden.

8. Gelukkig ben je nog jong!

Ja, dus heb ik nog jaren vol achteruitgang en verergering van klachten voor de boeg. Want het wordt enkel erger. Bedankt, daar hebben we wat aan!

9. Gelukkig heb je het niet zo zwaar als ik.

Ooh, het is een wedstrijd? Dat wisten we niet. En ook niet dat jij kennelijk gewonnen hebt. We weten dat je het zwaar hebt en dat vinden we heel erg rot voor je. Maar wij hebben het ook zwaar. Laten we er geen wedstrijdje van maken maar liever begrip tonen voor elkaar. We hebben beiden goede en slechte dagen. Laten we elkaar steunen en een luisterend oor bieden. Daar worden we beiden gelukkiger van dan van onderlinge strijd wie het zieligst is.

10. Toch denken mijn man en ik dat hij echt van je houdt?

Ja, je zoon houdt van mij. Met heel zijn hart. Getrouwd of niet, voor sommige mensen zijn de woorden “in voor en tegenspoed” heilig. Waarom hebben jullie het hier over? En waarom stel je die vraag aan mij? We weten heel goed dat hij het ook zwaar heeft. Onze ziekte/aandoening heeft ook effect op hem. Geloof me, we voelen ons vaak genoeg schuldig. Wij twijfelen soms ook. Maar echte liefde bestaat nog. En jouw zoon is daar een goed voorbeeld van. Dus…..HOU ALSJEBLIEFT JE MOND!