Reizen met vermoeidheid: wel of niet doen?

Toen de ijzige kou zelfs onder mijn voordeur doorkwam, was ik het zat. Meestal krijg ik in februari ook nog een griep over me heen, dus dat wou ik dit jaar vóór zijn. Ik ben nu een jaar chronisch vermoeid, en naar de warmte reizen zit elke dag in mijn dromen! Maar gaat me dat wel lukken?

Ik probeer het gewoon!

Terwijl ik dit schrijf zit ik in de ochtendzon op een bankje tussen de palmbomen. Klinkt dat idyllisch? Think again. Het voelt meer als vluchten, wegrennen. Maar de ziekte blijft pijnlijk bij me, overal waar ik ga.

Ik heb heel lang getwijfeld of ik het wel zou doen. Maar in de Nederlandse winter voelde ik mij alleen maar zieker, eenzaam en depressiever worden. Hoewel ik normaal al uitgeput ben na een treinreis naar Amsterdam, moest ik nu een trein, vliegtuig en bus nemen, naar allemaal onbekende plekken (zouden ze hier wel weten wat glutenvrij betekent?) en rijen met mensen. Bovendien vergeet ik vaak dingen met mijn warhoofd, dus dat zal wel een feestje worden.

Griep

Jammer genoeg begon de verwachtte griep al iets eerder… de dag voordat ik op het vliegtuig stapte! De vlucht zelf was dus al een hel. Het begon al bij het vliegveld waar ik vergeten was online in te checken en in de lange rij moest gaan staan. Ook de douane die roept dat je op moet schieten helpt niet mee.

Wat ik niet had meegerekend dat ook dagelijkse dingen die normaal niet zo moeilijk zijn, zoals boodschappen doen of zoeken waar je slaapplek is, hier me immens veel energie kosten. Ik wil graag wat van de stad en omgeving zien, maar de eerste 3 dagen zijn vooral gevuld met uitzoeken hoe en wat en niks anders.

Gelukkig reis ik het liefst alleen en hoef ik achter niemand aan te rennen. Ik spendeer mijn dagen op het strand met een boekje, in het hostelbed of het dakterras kauwend op Spaanse worstjes. Als ik met iemand reis, voel ik me zo ‘de zwakkere’. Nu kan ik een dag in bed blijven en niemand die ik ermee lastig val.

Ik kan echter nog niet echt tot rust komen. De hoofdpijn blijft de hele vakantie hangen, het UWV belt me twee keer met het nieuws dat ik opnieuw gekeurd moet worden want ze geloven me niet (!!), en vooral vind ik van mezelf dat ik meer moet doen, meer moet zien en ik vind mezelf slap en maak me zorgen dat ik teveel van mijn spaargeld opmaak.

Perspectief

Wel geeft reizen me perspectief. Doordat ik alleen ben met mijn gedachtes, wandelend tussen de cactussen, parkieten, en felgekleurde huizen, tenen in het zand krijg ik wat helderheid over wat ik wil gaan aanpakken als ik thuis kom en soms lukt het zelfs de eindeloze stroom gedachtes helemaal uit te zetten.

Pas aan het eind van de vakantie geeft het reizen me ook zelfvertrouwen. Er gaan een paar dingen mis, ik voel me het grootste deel van de tijd verschrikkelijk kut, maar als er dan wél iets lukt voel ik me on top of the world! Want dit heb ik hélemaal zélf gedaan! Ik leer ook dat als er iets niet lukt, erna er iets weer wel lukt. Je geeft opeens zoveel waarde aan kleine dingen; een goede douche, een vogeltje, een ray of sunshine, een mooi steentje. Ik krijg een soort ‘het komt wel goed’ gevoel.

Ook bijzonder zijn de mensen die je ontmoet in hostels zijn stuk voor stuk bijzonder, mensen die voor zichzelf kunnen denken, aan het reizen op zoek naar wat ze willen in het leven. Sommigen hebben hun leven omgegooid om te reizen en hebben fantastische verhalen, anderen zijn voor zichzelf begonnen en leven als ‘digital nomad’. Stuk voor stuk inspirerend. Alleen voel ik me hier nooit!

De laatste dag was de kers op de taart, en is het me zelfs gelukt om een heuvel te beklimmen! Heel langzaam en tussendoor even rusten, maar het uitzicht op de stad was al de hoofdpijn zeker waard! Op de top voel ik mij een superheld!

Voor de volgende keer dus boek ik een rustige plek, voor meerdere dagen, weg van mensen, in de natuur, met weinig te doen. Als iemand nog tips nodig heeft voor zuid-Spanje, laat een bericht achter!

Hoewel het UWV stemmetje nog in mijn hoofd zit, voel ik me wat rustiger en is de hoofdpijn bijna weg. Missie geslaagd!