Het lijkt wel een boksmatch, de laatste tijd. Stel je voor: ik, Kristien, in een fancy glittertruitje (meerminroze) op een shimmery shiny bijpassend shortje. In de ring. Zilveren handschoentjes aan, haarbandje in en knallen maar.

Uppercut

Knallen maar? Humhum, het lijkt eerder op incasseren de laatste tijd, weer rechtkrabbelen en weer (proberen te) gaan met die banaan. Maar uppercut na uppercut na uppercut na -inderdaad, u raadt het al- uppercut, sta ik wel op steeds wankeler beentjes met een waziger hoofd in die ring. Daar helpt die fashionable outfit echt geen zier bij.

En wat nu dan?

Mooi gekleed trots en fier toch ten onder gaan? Zo voelt het wel ja. En de motivatie om naar het ziekenhuis te gaan is zowat nul omdat ze daar niks wezenlijkers doen dan sondevoeding opstarten waar ik in the end zieker en magerder en dus nog zwakker mee moet stoppen en weer naar huis toe gaan. Kan ik niet aan doen dat ik er blijkbaar niet leuk op reageer? En zo nog van die dingen waar we hier niet over gaan zeuren.

In een zeldzaam helderder moment nagedacht over wat nu. Op deze manier trek ik het niet. Ja, been there meerdere keren in mijn leven dus ik weet heus wel dat ik momenteel niet op een al te beste wei zit. In mijn hoofd heb ik wel een beetje wat ik wil bespreken en vragen aan de interniste begin juni en dan zien we wel. Hopelijk ga ik niet weer naar huis met mijn rug tegen de muur.

Paniekaanval?

Komt goed hoor, jawel. Tuurlijk. Daar gaan we vanuit he. En intussen maar weer stevig gas terugnemen, goed zorgen voor mezelf (al is dat in crisis soms heel duister wat dat dan wel mag zijn) en blijven ademen. Want soms voelt het weer heel erg niet ok in mijn lijf en dat is eng, zelfs voor een geharde ervaren tante als ik. Dan voel ik een paniekaanval klaarzitten en haalt mijn vermoeide flippery geest alles uit de kast om die tegen te houden en af te leiden. Wat niet altijd lukt hoor, maar we doen ons best.

Handleiding voor flippende zielen

Hoe dan wel? In heftige tijden heb je VEEEEEEEEEL tools nodig. Eentje zal echt niet volstaan, neem dat maar van mij aan.

  • Trager ademen.
  • Focussen op mijn omgeving, kijken naar mijn kleurige kussens, plantjes, radio zacht aan…
  • Strategie bedenken over hoe mijn probleem aanpakken: rust, hulp, neutraal zacht eten, dokter dietiste. Dit in kernwoordjes noteren om het niet meer “in oneindige loop” te hoeven denken.
  • Laten flippen die bovenkamer en zoveel mogelijk negeren en toch oogjes dicht en liggen. Volop je ellendig voelen en er niet op in gaan. Ok, dan rust ik niet ideaal uiteraard, maar ik rust wel wat ik kan op die moment.
  • NIET, ik herhaal, NIET boos worden op mezelf dat dit toch gebeurt.
  • Iemand opbellen, bijv. nuchtere mama met goei oor en fijne nuchtere antwoorden. Even uiten wat rommelt in je hoofd, praten over wat anders en wie weet, even lachen. Al hoeft dat niet. Rot gevoel is er nog achteraf, ik ben ook niet naief, maar wel minder heftig. Wie weet komt er wel een persoon even buurten aan je zetel, op voorwaarde dat je het aankan (je hebt zo van die engelkes, ze bestaan echt!).
  • Weten dat morgen een nieuwe dag is. Het is ook geen ramp om te flippen.
  • Bovendien zou je van minder. Kristien mag mens zijn, 😉 Zeg dat ik het gezegd heb!
  • Weten dat je alles doet wat je kan en dat je voor de rest moet vertrouwen op het leven. En die overgave voelt al eens eng, inderdaad.

Let’s play!

Soms als het een allemaal niet helpt en ik mezelf echt moet afleiden, doe ik een spelletje. Want ook in zeer moeilijke tijden moet een mens niet vergeten te spelen. In mijn geval visualisaties en dan wel tot in de diepste details alles erop en eraan verzinnen. Heel leuk als je lijf en geest te overprikkeld en gepijnigd zijn voor überhaupt wat rust: een spelletje (dat troost op één of andere manier) dat je al liggend onder je deken met de oogjes dicht kan doen elk moment van de dag of nacht.

Bijvoorbeeld dat je nu inderdaad ligt maar dan wel op een loungebedje in een fancy outfit waarin je je niet skeletterig voelt met een prachtig pareootje als zomerdekentje op een bounty strand tussen de palmbomen en af en toe als je je oogjes opent meteen zicht op die felblauwe prachtzee.

Of nog, op een berekoude nacht liggend op prachtig gesmeede arrenslee met belletjes eraan. Jij warm in geduffeld onder sneeuwwitte bontlagen (Fake fur of course!) met blozende wangen in schommelend in die slee voortgetrokken door een wit en een bruin paard, met prachtige tooi en veilig beschermd door knappe ruiters in bijpassende pakjes voor je en achter je. Stilte en de krakende sneeuw onder je. Oogjes af en toe open om te genieten van een magische sterrenhemel.

Oef…

En zo voel je naast je zorgen misschien ook een zachte glimlach in je hoofd. Want je weet weer dat jij in je eigen nuchtere zonnige zachte vorm wel degelijk ook nog woont in dat gestoorde lijf van je. Je echte ik is niet kwijt. Ze is er nog, ook in tijden dat ziekte het roer lijkt overgenomen te hebben. Een hele geruststelling! 😉 Moeilijk gaat ook. En heel moeilijk? Laat maar komen…

Actrice en schrijfster/regisseur Greta Gerwich zegt het zo: “Je kan toch niet anders dan geloven in een happy end? Wat moeten we anders, waar zijn we anders mee bezig?” Zo is dat, Greta, zo is dat.