Woensdag, de dag dat wij een gesprek zouden hebben bij de gynaecologe. Samen zitten wij in de wachtkamer. De verpleegkundige roept mevrouw Allah op. Verbaasd kijken er meerdere mensen om. Ik zie een  aantal twijfelende ogen bij een stel: ‘Bedoelde zij nu mij?’ De verloskundige keek ons een beetje twijfelend aan.  Zij moest lachen en zei: ‘Ik zal het vast wel weer verkeerd uitgesproken hebben, wij zien ook zoveel mensen’.

Esli en ik waren vergeten een vragenlijst te maken.  Dat deden wij  nog even snel voor we opgeroepen werden om even mijn bloeddruk te laten controleren. Hierna mochten wij plaats nemen in de volgende wachtkamer. Dit leek inmiddels wel een uur te duren.. ‘Mevrouw Juliana?’ Nu was het onze beurt. Redelijk zenuwachtig liepen wij naar binnen en deden ons verhaal.

Eerst zocht de gynaecologe het medicijn op. Zij kende het middel niet goed en had er nooit mee gewerkt. Daarbij staat ook hoe veilig het medicijn is. Helaas was er onvoldoende informatie over, en zeker in mijn omstandigheden: zwanger en pijn. Wel word het regelmatig gebruikt voor ruggenprikken tijdens de bevalling. Maar goed, dan zijn de weeën al opgewekt.

  • Esli en ik bleven vragen stellen, zoals:
  •  Stel dat  ik eerder beval van het kindje
  • Vanaf welke week is dat dan het beste?
  • Wat voor gevolgen heeft het voor de baby?

en ga zo maar door. Maar op de grote “HAMVRAAG”  had ook zij geen antwoord. Of terwijl, zitten wij bij de zoveelste persoon die niet weet waar ik aan toe ben. ‘Jij moet kiezen tussen twee kwaden en doen waarbij jullie je goed voelen’. was haar antwoord.

Ondertussen staan de tranen van frustratie ongeveer in mijn ogen. Ik wil gewoon weten of het veilig is of niet. Maar ook dàt blijft uit. Ook bij Esli zie ik frustratie in zijn ogen. De gynaecologe raad ons aan om nog maar een keer met de pijnpoli te gaan praten. Hierbij wordt het gesprek afgesloten.

Samen lopen wij over de gang naar de lift. Wij kijken elkaar aan en Esli vraagt mij of ik het een nuttig gesprek vond. ’Nee’, zei ik. ‘Ik ook niet’, zei hij’. Samen besluiten wij langs de pijngeneeskunde te lopen en maar gelijk een afspraak te maken.

Op vrijdagochtend zitten wij dan weer samen in de wachtkamer. Dit keer bij de pijngeneeskunde. De dokter riep ons binnen en zei, dat hij redelijk verbaasd was om ons weer te zien. Toen ik aangaf dat wij nogal onze twijfels en zorgen hadden, begreep hij dat direct. Maar ook hij kon ons echter  niet goed helpen. Wel zei hij, dat wij vooral naar onze gevoelens moesten blijven luisteren en dat wij dàtgene moesten kiezen, waar wij ons fijn bij zouden voelen. Maar ook, dat als het mis zou gaan, wij ons zelf nog in de spiegel aan zouden durven kijken en zeggen: ‘Mama en Papa hebben ALLES gedaan wat zij konden’. Toen hij dàt zei, voelde ik mij zò opgelucht. Ik zei direct: ‘Wij gaan het uitstellen, want ik weet dat wij ons enorm schuldig zouden voelen, als het mis zou gaan.’