Soms vertoon ik kinds gedrag, stel ik mij kinderachtig op maar nu ik geveld ben geweest de afgelopen weken door geen één maar twee kinderziektes, vraag ik mijzelf af of ik alleen jong van geest ben; aangezien mijn lichaam zich voordoet als een 90-jarige. En dat doet veel meer pijn dan ik wil toegeven…

Heel even maar…

Heel even leek het alsof alles weer op rolletjes liep. Heel even leek het of ik geen zorgen meer had. Het jammere dat “heel even” zo weer voorbij was. Probeer maar eens op rolletjes te lopen: je gaat keihard onderuit. Snakkend naar een verbetering van mijn gezondheid en de rust van “heel even”, maar die was afgelopen weken ver te zoeken.

Afkicken

De afbouw van de pijnstillers hakte er al in. Ik moet zeggen dat ik nu de tijd van trillen, overmatig zweten en nog net niet met mijn hoofd bonkend tegen de muur hopelijk achter mij heb gelaten. Verzuurde benen en de drang naar pijnstilling was al een crime tot mijn lichaam opeens besliste dat er nog best wel wat bij kon.

Er kan nog meer bij

De afgelopen weken heb ik maar liefst zeven wortelkanaalbehandelingen gehad. Frequente controle bij de tandarts haalde dus niets uit, mijn gebit vond het opeens nodig alles tegelijk te krijgen. Toen ik opeens daarboven op puistjes kreeg, althans dat dacht ik, bleek ik de waterpokken te hebben! Kort daarna, met alle pukkels nog in mijn gezicht, kreeg ik er de zesde ziekte bovenop. 

De grens

Ook ik heb mijn grens en die was opeens duidelijk in het zicht. Mijn lichaam liet het van alle kanten afweten. Mentaal kreeg ik het zwaar en zat huilend wanhopig tegenover mijn arts met de woorden dat ik het nu echt niet meer wist. Met een gezicht als een krentenbol, de verzuurde spieren en de kloppende hoofdpijn van alle tandartsbehandelingen. Hij keek mij aan en zei: “Ankie, normaal staat je trots je in de weg om te vertellen hoe slecht het met je gaat. Moet je kijken hoever je al met je afbouwschema bent. 80% procent van de mensen die dit ondergaan belanden in een kliniek, en daar is niets mis mee. Maar jouw trots weerhoudt jou dat en daarom sla jij je hier zelf doorheen en daar mag jij zeker trots op zijn, ik ben het wel op jou!”

Bemoedigde woorden

Met mijn natte ogen geef ik hem een glimlach. Zijn bemoedigde woorden geven mij weer hoop en kracht. Natuurlijk zijn mooie blauwe ogen ook maar dat was op dat moment een detail. Ik grap nog dat de algehele malaise niet te lang meer moet duren anders moet ik nog aan de Botox met mijn zorgrimpels. Hij antwoordde: “Meisjes die nu pas de waterpokken krijgen zijn nog lang niet toe aan Botox!”

Kinderachtig gedrag

Eenmaal buiten loop ik niet; ik huppel, ik dans. Ik spring van stoeprandjes en ren over bankjes. Want wie in haar veertige levensjaren nog de waterpokken krijgt mag zeker nog wat kinderachtig gedrag vertonen! Ik heb weer moed, ik ben weer wat lief voor mijzelf. Zo vaak gevallen dan mag dat wel eens. Het vallen zelf doet al pijn genoeg… Morgen is alles weer goed!