Cognitieve gedragstherapie, psychotherapie, directieve therapie, creatieve therapie, psychodrama therapie, rollenspel, sociale vaardigheden, jongerengroep, structuurgroep, inzichtgroep, G-training, mindfulness, schematherapie, systeemtherapie en natuurlijk individuele therapie.’

Het vrouwtje van Parnassia kijkt mij wat ongelovig aan.
’Ik dacht zelf dat mindfulness wel iets voor jou zou zijn, maar dat heb jij al gedaan,’ zegt zij bedeesd. Ik knik. Stilte.
‘Jij hebt eigenlijk alles al zo’n beetje gedaan, hè?’. Daar moet zij toch even over nadenken. ‘Wat hoop jij uiteindelijk te kunnen bereiken?’, vraagt zij.
Nu ben ik even stil. Een gevoel van onmacht overvalt mij. Voor mij is het duidelijk. Hoe kan dit voor de ‘professional’ dan een vraag zijn?
‘Ik wil beter worden’, zeg ik. Nog steeds, voeg ik er in gedachten aan toe. Net als 10 jaar geleden. Net als gisteren. Net als iedere andere dag van de afgelopen 10 jaar.
‘Kun jij dat voor mij definiëren, wat “beter worden” voor jou precies inhoudt?’, vraagt zij.

Ik zucht. Ik voel de tranen in mijn ogen opwellen. Hoe kan dit niet duidelijk genoeg zijn?
‘Ik heb een gegeneraliseerde angststoornis‘, zeg ik. ‘Voor mij zou beter worden dus zijn het niet hebben van een gegeneraliseerde angststoornis’.  Obviously.

Dit vindt mevrouw Parnassia toch niet duidelijk genoeg. Poging 2.
‘Voor mij zou dit inhouden, dat ik angst zou voelen als ik mij in een “spannende” situatie bevind, maar ook dat ik geen angst zou voelen als ik in mij in een “veilige” situatie bevind.
Kortom: ik zou net als ieder ander zijn’.

Mensen vragen zich vaak af waarom ik zo onzeker ben. Dit is eigenlijk heel simpel: ik kan niet vertrouwen op mijn eigen gevoel. Ik moet in mijn hoofd uitvogelen of ik al dan wel, of niet, in gevaar ben. Klinkt aardig simpel maar, daarbij moet ik de hysterische angstgevoelens in mijn lichaam zien te negeren. Nog steeds niet duidelijk? Voorbeeld:
Mijn vriend kijkt me heel lief aan en zegt dat hij van mij houdt en met mij oud wil worden. Rationeel kan ik dit waarnemen: hij kijkt lief, zegt lieve dingen, ik heb de wetenschap dat wij al 3 jaar samen gelukkig zijn. Doordat mijn angst piekt, is mijn gevoel het daar echter niet mee eens. Mijn gevoel zegt: paniek met hoofdletter P! Gevaar! Let op! Zoek uit waar dat gevaar in zit! Vervolgens volgen mijn gedachten mijn gevoelens en begint de zoektocht. Zou er soms iets aan de hand zijn? Meent hij wel wat hij zegt? Zo voelt het namelijk niet. Daar zit dus het probleem. Ik kan waarnemen dat mijn vriend dit zegt. Ik kan gedachten hebben over wat deze woorden betekenen (wat lief, wat fijn etc.), alleen voel ik het niet. En dat doet pijn. De wetenschap dat ik een goed leven heb, dat ik een groep mensen om mij heen heb verzameld die van mij houden, maar dit niet kunnen voelen maakt mij verdrietig en soms erg eenzaam.

Een traan rolt over mijn wang.
‘Waarom word je nu emotioneel?’, vraagt mevrouw Parnassia.‘Vind je soms dat ik te hard voor jou ben?’
‘Nee hoor, absoluut niet, sterker nog, ik vind jou helemaal niet hard’, zeg ik. ‘Ik heb gewoon het idee dat er iets met mij is waardoor ik niet kan genezen. Omdat ik alle therapieën al gehad heb, krijg ik steeds vaker het idee dat ik opgegeven ben door de GGZ’.
Mevrouw Parnassia kijkt me wat onzeker aan. ’Tuurlijk ben je niet opgegeven, gekke meid! Ik zal wel even met de psycholoog overleggen of hij misschien nog iets voor jou weet’.

Dag mevrouw Parnassia, tot over drie weken als wij weer hetzelfde gesprek gaan voeren.

’s Avonds komt mijn vriend thuis. ‘Hoe gaat het met jou?’, vraagt hij. ‘Niet zo goed’, zeg ik mij bezwaard voelend om mijn angsten weer bij hem neer te leggen. ‘Maar misschien gaat het morgen wel weer beter’, zeg ik overtuigd maar zonder het te voelen.

 

Liefs,

Maruschka

11421442_860689824011337_1862885511_n