In het noordoosten van Kirgizië ligt het mooie Issyk Kul meer. Het ligt op zo’n 1600 meter hoogte en is ruim 180 kilometer lang. Omdat het meer nooit bevriest heeft het de naam “Warm Meer” gekregen (Issyk Kul). Alhoewel… warm? Na een slingerende route door de bergen kom ik om half 4 aan bij ons gastgezin. Er staat een forse wind en ook ligt er op sommige plaatsen sneeuw.

Frisjes!” roept Anna terwijl ze haar muts opzet.

Beneden in de stad Karakol liepen we nog in zomerbloesjes rond. Hier is het even wennen. We zien een dreigende grijze lucht naar ons toekomen. We worden opgevangen in de eettent van de familie. Het is niet echt een tent, maar eerder een hutje gebouwd van aluminium golfplaten. Aan de linkerkant steekt het dakje wat uit, maar daar kunnen de kippen dan onder schuilen voor de regen.

Binnen is het lekker warm. Ik doe mijn bergschoenen uit en ga dan op de dekens, die zij Tochok’s noemen, zitten. Dit zijn een soort van dikkere lange dekbedden die, als je er een paar op elkaar legt, ook als matras zouden kunnen functioneren. Ik ben al een tijdje bezig om te kijken of ik niet een kleinere versie van deze deken kan vinden. Ze zijn mooi kleurrijk en gemaakt van verschillende stoffen. Ik wil er zeker één meenemen naar Nederland.

Ik kruip in een hoekje op de dikste tochok en neem kleine slokjes van de hete thee. Buiten begint de storm heviger te worden. Het jongste dochtertje van onze gastfamilie komt binnen in een knalroze jasje. Ze vraagt iets aan haar moeder en die wijst naar de tafel. Waarschijnlijk wil ze ook wat te drinken. Ze doet haar schoentjes uit en komt naast mij op de tochok zitten. Haar moeder geeft haar een klein kopje thee en zet een schaal met koekjes en ook typisch Kirgizische lekkernijen neer. Ik ben er nog steeds niet helemaal over uit wat sommigen van die zoetigheden nou precies zijn. Zoet is het zeker. En kleverig. Perfect voor een gure dag in de bergen.

Anna komt binnen. “Er komt storm. Ze raden aan om morgen met de tocht te beginnen”, zegt ze.

Dat lijkt me een uitstekend idee. Met deze wind en regen paard rijden zie ik niet zo zitten.De familie vindt het allemaal best. We kunnen deze nacht in een gastentent slapen. De zoon zal binnenkort het vuurt aanmaken zodat het binnen lekker warm is. Ik verheug me er nu al op. Anna haalt een klein zelfgemaakt memory spelletje uit haar zak en probeert in gebarentaal aan het dochtertje uit te leggen wat voor soort spel dit is.

Na enige aarzeling wil ze graag meespelen. Ik kijk door het raampje naar buiten. De regen spat tegen het plexiglas. Ik zie het uitgestrekte land met aan de horizon besneeuwde bergtoppen. Het lijkt wel een illustratie uit een sprookjesboek.

Ik kan niet wachten morgen deze regio te verkennen.